Het Antwerpen van Elise

Elise werd meteen na haar zus Maria geboren in oktober 1917. Hun moeder woonde toen in het hoekhuis Vlagstraat 1. Daar groeide de tweeling dus op, in de wijk Stuivenberg, tegenover het ziekenhuis Stuivenberg.

Als leerkracht gaf Elise Hofkens de lessen mode in de Eikenstraat. Dat is nog altijd een school van het stadsonderwijs.

Tijdens de oorlog

Het leven werd tijdens de oorlog bijzonder omslachtig want alles ging als het ware op de bon.

Hulde aan de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was een hulde aan het monument voor de slachtoffers van de Eerste (en de Tweede) Wereldoorlog niet mogelijk.

De Tentoonstellingswijk

Na haar huwelijk verhuisde Elise van de Vlagstraat in Stuivenberg (of Seefhoek) naar het Kiel en vervolgens naar de Tentoonstellingswijk. Voor de Wereldtentoonstelling van 1930 was de Tentoonstellingswijk het zuidelijke deel van de fortengordel rond Antwerpen die tijdens de Eerste Wereldoorlog de oprukkende Duitse troepen geen tel konden tegenhouden. Na de Wereldtentoonstelling werd het gebied verkaveld volgens strenge bouwvoorschriften om er een moderne stadswoonwijk te laten verrijzen. Met aandacht voor licht, ruimte, openheid en groen straalde de architectuur ook de nabijheid van de haven uit. Sommige huizen lijken op ware pakketboten met patrijspoorten en balustrades aan de terrassen. Uit de bouwstijlen valt af te leiden welke huizen er in de oorlog al stonden en waar het land toen braak lag en er in het geheim aardappelen werden gepoot.

Volgens gids Chris Cleiren trok de wijk tussen de twee wereldoorlogen de best and brightest van die tijd aan, zeg maar de Antwerpse progressieve en creatieve intellectuelen, zoals muzikanten en schrijvers, maar ook vernieuwende architecten die hier hun eigen huis bouwden met de nieuwste materialen. Zoals Geo Brosens die met gewapend beton een uitbouw maakte aan het hoekhuis aan de Koloniënstraat en de Volhardingstraat waar Elise en Vital in een van de appartementen of ‘verhuurbare kwartieren’ in augustus 1941 trokken. ‘Badkamers waren in die tijd revolutionair nieuw,’ vertelt Chris Cleiren verder. ‘In deze appartementen was er maar één kraan voor gootsteen en bad, die moest je naargelang het gebruik draaien, van de badkamer naar de keuken.’

Het gemeenschappelijke solarium op dat pand was een nieuwigheid in de jaren dertig, mensen kwamen in die tijd alleen buiten om te werken, niet voor hun plezier of hun gezondheid.

Chris Cleiren woont zelf aan de overkant van het kruispunt, in een huis van architect Van Steenbeek die met de eerste bewoners naar Amsterdam, Rotterdam en Hilversum op reis ging om ideeën te sprokkelen. ‘Ze waren met zes, een uitgever, een schrijver, een schilder, een pianist, een kunstcriticus en een meubelontwerper. In het gebouw had ieder zijn eigen huis, met een aparte ingang, maar achteraan was de tuin gemeenschappelijk.’ Cleiren woont in het huis van de uitgever die volgens de vorige eigenaar tijdens de oorlog mensen in het pand verborg. ‘Het was een safe-house. De mensen konden daar een paar dagen rusten voor ze werden opgehaald om over land naar Engeland te gaan.’ Misschien zaten ze wel in een heel ander netwerk dan De Wending in het Onafhankelijkheidsfront. Misschien niet en werkten ze samen met de leerlingen van de normaalschool voor jongens in de Pestalozzistraat of met hun eigen overburen, Vital en Elise.

De Wending, de mensen met wie Vital en Elise in het verzet zaten, hadden na het eerste oorlogsjaar een vast adres om te vergaderen, te stencilen en mensen kortstondig onder te brengen. Dat was in de Linnaeusstraat in Borgerhout. Het pand bestaat niet meer, het is nu onderdeel van de stedelijke Floraschool (met ingang in Florastraat).

Arrestatie Vital 27 maart ’42

De Gestapo zocht Elise maar zij kon ontvluchten. Dat lukte haar man Vital Nahon niet en hij werd opgepakt. Elise moest daarop onderduiken. Dit bericht verscheen in de derde mei-editie van ’42:

De Gestapo was woedend, vooral omdat iedereen kon lezen dat diegene die ze kwamen arresteren hun mannen had opgesloten in het huis van de Nahons in de Tentoonstellingswijk.

Daarop kon Elise niets meer voor de communistische partij betekenen en moest ze onderduiken.

Volgens mij zou ze dat wel eens een paar maanden kunnen gedaan hebben in een huis in de Plantin en Moretuslei. In die buurt worden pas sinds een paar jaar de razzia’s herdacht van de zomer van 1942.

Naar haar arrestatie werd ze naar het Gestapokot in de Della Faillelaan gebracht en vervolgens naar de gevangenis in de Begijnenstraat.

Judaskus

Er is sprake van een judaskus op het Krügerplein in Borgerhout.

Ze vertoefde een tijd in de Van Schoonbekestraat, in La Résidence.

Vermoord op haar 26ste

Het huis in de Lange Herentalsestraat dat Elise op haar laatste avond bezocht.

Waren haar laatste momenten in de Lange Herentalsestraat, aan de oevers van de Schelde aan het Loodswezen aan de kant van de vroegere brug aan het Bonapartedok of aan het monument voor de zeelieden die tijdens de Wereldoorlogen werden gedood?

Aan de Schelde, aan het Loodswezen, staat sinds de jaren dertig het monument voor de zeelieden die tijdens de oorlogen voor het vaderland op zee zijn omgekomen.